Boek "International Development Cooperation Today"

Afwijkende opinies


INTERNATIONAL DEVELOPMENT COOPERATION TODAY - A radical shift towards a global paradigm

Patick Develtere, Huib Huyse, Jan Van Ongevalle – KU Leuven – 4/2021

Het boek komt tot de conclusie dat in een nieuwe definitief gemondialiseerde maatschappij een ganse scala van vierde pijler organisaties een dominante rol in ontwikkelingssamenwerking zal vervullen: Vakbonden, Migrantenorganisaties, Sportclubs, Muziekgroepen, Scholen, Ziekenhuizen, Stichtingen, Fondsen van ondernemingen, Individuelen, Vriendengroepen, ... Traditionele ontwikkelingsactoren, gestoeld op “maatschappelijk verantwoorde principes” blijven, van op de zijlijn, als coaches fungeren.

A radical shift? Hier afwijkende opinies geïnspireerd door beleidsvoerders van een tiental, stabiele, vrij democratische Sub-Sahara landen(2) en interviews met meer dan 800 hoger geschoolden in zeven verschillende arme Sub-Sahara landen.



In alle Afrikaanse landen, ook in de meest “labiele”(LDC’s), droomt - terecht of ten onrechte – een groeiende opgeleide middenklasse er van om “ons” West-Europees maatschappijmodel bij hen ingevoerd te krijgen. Zij zijn tot het inzicht gekomen dat, na 60 jaar ontwikkelingshulp en enkele triljoenen euro’s uit “donor” landen, zij nog ver verwijderd blijven van de levensstandaard van de nieuw geïndustrialiseerde landen in Z-O Azië. Landen die in 1960 gebukt gingen onder een vergelijkbare lage levensstandaard.

Lokale verwerking van bodemrijkdommen

Mondige autoriteiten van alle vrij “stabiele” Sub-Sahara landen willen, dankzij een arbeidsintensieve maakindustrialisering,  hun bodemrijkdommen lokaal verwerken tot competitieve massaproducten. Zij willen af van de afhankelijkheid van de export van hun grondstoffen, gaande van koffie- en cacaobonen tot hoogwaardige “klimaatstrategische” mineralen. Enkel door een geavanceerde industrialisering worden in hun land per jaar meer “formele” banen gecreëerd dan de demografische aangroei. Dit dijkt er de armoede structureel in en zo verwerven zij, op termijn, volledige sociale en economische onafhankelijkheid, ook van ontwikkelingshulp van een nieuwmodische vierde pijler. Ghana, in plaats van aan te dringen op een cacao-ketenzorgwet, dreigt er zelfs mee de export van cacaobonen te verbieden indien een groot deel ervan niet ter plaatse tot producten met hoge toegevoegde waarde verwerkt wordt (minuut 11:00 van het  filmpje).

De troeven van Afrika

Haar bodemrijkdommen (landbouwgronden van de wereld), haar “opgeleid” demografisch dividend, de AfCFTA gemeenschappelijke markt in wording en abundant alomtegenwoordige goedkope hernieuwbare energiebronnen. Het enige wat dit continent mist is praktijkervaring met geavanceerde industriële processen en technologieën. Vandaar hun dringend en prioritair streven naar “for profit” Foreign Direct Investments en partnerschappen met internationale meer geavanceerde industriële kmo’s. Zij geloven diep dat in een definitief gemondialiseerde maatschappij, gevestigde, ervaren ondernemers uit de vroegere “donor” landen, uit welbegrepen eigenbelang kunnen gemotiveerd worden om permanent geavanceerde industriële know-how naar de vroegere “receiving” landen te transfereren. Als tegenprestatie biedt Afrika een groeimarkt aan, met één vierde van de totale actieve wereldbevolking, ook open voor innoverende upscale producten en diensten afkomstig uit de vroegere “donor” landen.

“Jobs” vs. “Doelstellingen”

In Sub-Sahara Afrika, buiten een beperkte kring van ontwikkelingsprofessionelen, viel over de voorbije tien jaar, in de meeste academische middens, overheid, civiele maatschappij en ondernemingen weinig enthousiasme voor de Millenium Development Goals (2000) en de Sustainable Developement Goals (UN-2015) te noteren.

“jobs NÚ”. Alle “stabiele” Afrikaanse landen zijn uit op “jobs ” dankzij de permanente transfer van geavanceerde industriële know-how en bruggen met internationale innovatiecentra, niet op “doelstellingen”. Zonder schroom verkondigen zij: FDI’s, kom bij ons, maak winst en u beslist welk deel van uw winsten u wil repatriërenEnkel een moderne industriële samenleving is in staat er de SDGs te realiseren, niet omgekeerd. Deze landen voelen zich volwassen genoeg om zelf, zonder Westerse adviezen en belastingsgeld, dankzij gestuurd overleg tussen sociale partners, wel degelijk positieve “trickle down” effecten te realiseren. Net als indertijd, en tot vandaag, in West-Europa. Dit Afrika vreest dat de megacampagnes voor fondsenwerving “voor het goede doel”,  zelfs de miljarden van Melinda & Bill, het stereotype, armlastig imago van Afrika versterken en in de weg staan van zo noodzakelijke “for profit” industriële investeringen(3).

Quid “labiele” Afrikaanse landen?

Het ligt voor de hand dat maakindustriële FDI’s, in tegenstelling tot de extractie-industriëlen, zich enkel richten tot landen met stabiele instellingen en ontsloten industrieterreinen. Zij laten de LDC’s links liggen.

Kan er echter niet op gespeculeerd worden dat labiele buren, geïnspireerd door de industrialisering van hun stabiele buren, zich versneld “stabiliseren”?


Praktisch: Hoe de arbeidsintensieve maak-industrialisering van Afrika aanjagen?

 Een gestuurde mentaliteitswijziging: “A Whole of Society Approach”.

De overheid, ondersteund door de academische wereld, zorgt voor een gestuurde mentaliteitswijziging bij het brede publiek en legt de basis voor een doorbraak in de inclusieve en duurzame bloei van Afrika

Obstakels en remedies geïnspireerd door gesprekken, over de voorbije 8 jaar, met 200+ ondernemers in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland en 200+ kmo’s en 800+ ingenieurs, economisten en agronomen in 7 landen uit Sub-Sahara Afrika.

In Europa

  • Obstakel: The Africa story line of mainstream media is captured by ODA specialists and institutions devoted to aid (Africa in Transformation. Economic Development in the Age of Doubt, 2019, p 150, Carlos Lopes, AU High Representative EU Post-2020 Partnership)
  • Remedie: Debatten voor een breed publiek over “Afrika is niet wat je denkt”. De industrialisering van tien stabiele Afrikaanse landen brengt gans Afrika tot bloei en doet solide industriëlen goesting krijgen er te investeren.

In Afrika

  • Obstakel: Afrikaanse kmo’s vrezen de continue dominantie van meer geavanceerde sectorgenoten
  • Remedie: Brede publieke debatten rond de thema’s “De troeven van Afrika” en “Industriële kmo, durf uw droom delen met internationale sectorgenoten” overtuigen een significant deel van de Afrikaanse kmo’s en de financiële bovenlaag waarom en hoe succes boeken met solide industriële partners uit meer geavanceerde economieën.

(1) Vierde pijler organisaties: Vakbonden, Migrantenorganisaties, Sportclubs, Muziekgroepen, Scholen, Ziekenhuizen, Stichtingen, Fondsen van ondernemingen, Individuelen, Vriendengroepen, ...(tabel 1 van het boek)

(2) The Economist Democracy Index 2020 Sub-Sahara Africa (Ranking, 2/2/2021). “Full democracy”: 1. Mauritius; “Flawed democracy”: 2. Cabo Verde; 3. Botswana; 4. South Africa; 5. Namibia; 6. Ghana; 7. Lesotho; “Hybrid regime”: 8. Malawi; 9. Madagascar; 10. Senegal; 11. Liberia; 12. Tanzania; 13. Kenya; 14. Uganda; 15. Zambia; 16. Sierra Leone; 17. Benin; 18. Gambia; 19. Côte d’Ivoire; 20. Nigeria.

(3) Idem voor “voluntoerisme” van vzw’s, omkaderd door TV-vedetten, “pleisters op een houten been” (Ingenieurs, dokters, ouders, studenten, ex-kaderleden, ondernemers, …do-gooders voor de wereld”). (boek p195-196)



2/6/2021

karel.uyttendaele {@} pandora.be

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb